Wat is genealogie?

Terug

Onderzoekvormen
Genealogisch onderzoek of stamboomonderzoek is een verzamelnaam voor verschillende vormen van onderzoek.

Stamreeks en kwartierstaat
Om de herkomst van de familienaam te weten, wordt het spoor terug via de vader, de ouders van de vader, de ouders van de grootvader van vaderszijde enzovoort. Zo wordt de voorvader gevonden die als eerste de familienaam gebruikte. Er word dus gekeken in de rechte mannelijke lijn en vormt zo een 'stamreeks'. De oudst bekende voorvader is de 'stamvader'.

Bij een 'kwartierstaat' worden de gegevens verzamelt van de ouders, grootouders, overgrootouders enzovoort. Met elke generatie verdubbelt het aantal voorouders. De persoon van wie de kwartierstaat wordt gemaakt heet 'proband'.

Zowel bij de stamreeks als de kwartierstaat wordt er terug in de tijd gewerkt en wordt er een opgaande lijn gevolgt.



Genealogie en parenteel

De genealogie en de parenteel volgen vanuit het verleden de dalende lijn naar het heden.
In een 'genealogie' staan alle personen, die in mannelijke lijn afstammen van de stamvader uit de stamreeks. Alle gegevens van zijn gezin worden gezocht, maar vervolgt het onderzoek alleen met zijn zoons. Van hun gezinnen verzamelt u ook weer alle gegevens, maar gaat u alleen verder met hun zoons.

Wilt u de nakomelingen van uw stamvader in mannelijke én in vrouwelijke lijn weten, dan maakt u een 'parenteel'. U zoekt dan gezinsgegevens van zowel zoons als dochters, vervolgens van hun zoons en dochters enzovoort.

 

 

Nummeringsystemen
In een stamreeks, kwartierstaat, genealogie en parenteel krijgen personen een nummer volgens een bepaald systeem.

Stamreeks
In een stamreeks worden de opeenvolgende generaties aangeduid met Romeinse cijfers (I, II, III). De stamvader krijgt het cijfer I, zijn zoon II, zijn kleinzoon III enzovoort.

Genealogie en parenteel
Dat systeem wordt in een genealogie of parenteel verfijnd door de kinderen van de stamvader in volgorde van geboorte de cijfers 1, 2, 3 enzovoort te geven. Kinderen met nageslacht krijgen een generatienummer, gevolgd door kleine letters a, b, c enzovoort.

Kwartierstaat
Bij kwartierstaten wordt het 'systeem-Kekule' het meest gebruikt. De 'proband' (de persoon van wie de kwartierstaat wordt opgesteld) krijgt nummer 1 en zijn of haar vader en moeder respectievelijk nummer 2 en 3.

De ouders van de vader krijgen de nummers 4 en 5, die van de moeder 6 en 7. Mannen hebben altijd een even nummer (behalve de mannelijke proband), vrouwen een oneven nummer.

U kunt kwartierstaatnummers eenvoudig berekenen op basis van het nummer van het kind (k): de vader heeft als nummer kx2, de moeder (kx2)+1. Heeft het kind nummer 231 dan heeft zijn vader nummer 462 en zijn moeder 463.